Centro Comercial Avenida Central

Sonido Sí , ssii, sí, uno dos tresssssíí, sí,  ache sí, sí  ache ssíí

In de hal van ons winkelcentrum gaat een band spelen, dat is bijna zeker. De rossige zangeres test tot vervelens toe de apparatuur. Sinds lange tijd ben ik hier weer eens, eigenlijk alleen omdat er ook andere mensen zitten. De ambiance is verder zeer matig, hamburger/pizza/ijsloketten, gelukkig ook natuurlijke vruchtendranken en helaas lullige stoelen.
 
Ik schrijf een brief naar mijn zus en naar mijn oom wiens vrouw pas is overleden.
 
Behalve dat de rossige zangers de apparatuur test doet dat ook de bassist. De toetsenman oefent een loopje en waarschijnlijk onbewust bouwt de grupo musical ‘k-liente’ een schuld op bij het publiek die niet gemakkelijk is in te lossen.
 
Met natte haren passeert ze mijn tafeltje en beent op naaldhakken naar het podium. Dat is de lead-zangeres bedenk ik, nog voordat ze het podium opstapt. Ze is mooi en lelijk tegelijk, heeft scherpe gelaatstrekken die ze niet verdoezelt, integendeel ze accentueert ze. Haar pikzwarte haar steekt fors af tegen haar witgepoederde gezicht en vuurrode pruillippen, dat heeft wel wat.

De bandleden beginnen haar te gehoorzamen nog voordat ze maar één opdracht heeft gegeven. Om in de pas te blijven geeft ze fluks een serie aanwijzingen en vraagt om het papier.
Dan gaat ook zij ssíí uno dos tres…..een volle stem waar ook de apparatuur even van schrikt.
 
Buiten breekt een tropische regenbui los en daarom blijf ik nog even. De band maakt aanstalten voor het eerste nummer en na een korte muzikale introductie laat ze zich zien:  een uiterst volle stem, en een volume dat de apparatuur werkloos had moeten maken, jammer genoeg niet altijd zuiver, misschien ook omdat ze haar aandacht nodig heeft om de tekst van het papier te lezen. De rossige zangeres doet het koor maar ze komt niet goed door.

Het tweede nummer is voor de rossige zangeres. Ik weet niet wat ik hoor, wat een stem, ongelooflijk mooi en een raffinement…, ik sta perplex, de te harde intrumenten storen me even niet. Ik ben niet de enige van het dertig koppige publiek die nu wel applaudisseert.

Ik wil haar manager worden.

Dit bericht werd geplaatst in straatbeeld. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie